The word of 18 January 2010 was:
poos
(de) poos (zelfstandig naamwoord)
= while, period of time
"Een zending bananen die al een poosje staat te wachten, werd vroeger vernietigd. Maar nu douwen ze hem nog snel even in een transportvliegtuig. Is-ie er nog net op tijd. Maar tijdens het wachten kruipt er allerlei ongedierte in." – Joeri Boom, in: De Groene Amsterdammer (1998)
"Echte armoede, dat betekent ongewenst zwanger worden van je derde kind omdat je buurvrouw en je beste vriendin, die ook niet kunnen lezen, hebben gezegd dat je nog een hele poos onvruchtbaar blijft nadat je bent gestopt met de pil." – Marianne Boissevain, in: de Volkskrant (1997)