The word of 9 April 2012 was:
verschrompelen
ver·schrom·pe·len (verschrompelde, verschrompeld) (werkwoord)
= to shrivel
"Bij mij verschrompelen die plantjes altijd binnen twee dagen, ook als ik er nog nauwelijks van heb geplukt." – Janneke Vreugdenhil, in: nrc.next (2006)
"Niet alleen verschrompelt de Vlaamse gemeenschap in Brussel, zij loopt ook het gevaar een stuk van het al zo kleine Vlaamse woongebied te moeten prijsgeven aan de oprukkende francofonie." – Manu Ruys, in: Ons Erfdeel (1995)