The word of 16 March 2012 was:
donders
don·ders (bijvoeglijk naamwoord)
= deuced, confounded, thundering
donder = thunder
"En als ik wakker word met een kater, roep ik natuurlijk ook wel eens dat ik nimmer nooit meer drinken zal, maar ik weet donders goed dat ik daar 's avonds weer héél anders over denk." – Roos Ouwehand, in: nrc.next (2011)
"Thunder werd ruim vijf jaar geleden geboren in de stal van marathonschaatser Henk Angenent in Woubrugge. Nu blijkt dat het beest een donderse dekstier is." – in: Algemeen Dagblad (2006)
"Wat een donders leuk jong, denk ik." – Chris Lindhout, in: Trouw (1999)