The word of 3 March 2012 was:
voorzienigheid
(de) voor·zie·nig·heid (zelfstandig naamwoord)
= providence
voorzien = to foresee, to provide
-heid = -ness
"Flamboyant, zeer van zichzelf vervuld, ervan overtuigd een werktuig van goddelijke voorzienigheid te zijn, hield Wilhelmina 58 jaar stand op de Nederlandse troon, eerst als kind-koningin, met het bereiken der meerderjarigheid in 1898 in volle majesteitelijke glorie." – Martin van Amerongen e.a., in: De Groene Amsterdammer (1999)
"Want als de voorzienigheid achter de vliegtuigcrash zat, welke betekenis heeft dan de wolk uit de vulkaan?" – Ekke Overbeek, in: Trouw (2010)