The word of 29 January 2012 was:
hachje
(het) hach·je (zelfstandig naamwoord)
= one's life, one's skin
hach = piece of meat (archaic)
-je -> diminutive
"De situatie waarin Saddams regime verkeert, begint steeds meer te lijken op die van Hitler tijdens zijn laatste dagen in de bunker. De mensen om hem heen beseffen dat het een verloren zaak is en proberen hun hachje te redden." – in: De Groene Amsterdammer (1995)
"De tijd is voorbij dat mensen alleen maar de straat op gaan voor hun eigen hachje. Jongeren snappen dat ook de maatschappij gezond moet zijn." – Sophie Koers (citaat), in: de Volkskrant (2003)