The word of 26 January 2012 was:
zeurpiet
(de) zeur·piet (zelfstandig naamwoord)
= grump, sourpuss, complainer, whiner
zeuren = to nag, to whine, to complain
Piet(er) = Pete(r)
"Mijn vader heeft in Duitsland gewerkt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij moest iets aan een spoorlijn doen. Ik heb hem er nooit over gehoord. Mijn vader was een klootzak, maar hij was geen zeurpiet. Dat moet ik hem nageven." – Heleen van Royen (citaat), in: De Groene Amsterdammer (2008)
"Zo is [het personage] Antonio [uit The Twelfth Night] een oninteressante zeurpiet, die steeds opnieuw vertelt waar we in het stuk zijn en wat er is gebeurd, terwijl er theatralere manieren te bedenken zijn om die informatie te geven." – Jo Roets (citaat), in: Trouw (2003)