The word of 9 January 2012 was:
bijspijkeren
bij·spij·ke·ren (spijkerde bij, bijgespijkerd) (werkwoord)
= to brush up (of skills or knowledge)
bij = with
spijker = nail (of metal)
spijkeren = to nail
"Als leerlingen op verschillende momenten vakantie hebben moeten docenten die vervolgens wel individueel bijspijkeren." – Jeroen Visser, in: de Volkskrant (2011)
"De ideologie van de Vara was dat de arbeider op de zaterdag, die net tot vrije dag was uitgeroepen, cultureel bijgespijkerd diende te worden." – Peter van der Lint, in: Trouw (2005)