The word of 15 December 2011 was:
aankoeken
aan·koe·ken (koekte aan, aangekoekt) (werkwoord)
= to stick, to encrust
aan = on, at
koek = cookie
"Vul een grote pan voor niet meer dan tweederde met de melk. Breng die aan de kook, terwijl je geregeld roert om aankoeken en aanbranden te voorkomen." – Janneke Vreugdenhil, in: nrc.next (2009)
"Hij zit al vier dagen zonder water; de tandpasta zit aangekoekt in de wasbak." – Yaël Vinckx, in: NRC Handelsblad (2000)