The word of 17 November 2011 was:
opgewonden
op·ge·won·den (bijvoeglijk naamwoord)
= aroused
opwinden = to wind up, to arouse
"Een opgewonden jonge inbreker begluurt vanuit de kastanjeboom in de tuin van een rijke dame. Het is het begin van een liefdesverhaal." – Anita Twaalfhoven, in: Trouw (1999)
"[Lady] Gaga raakt erg opgewonden van vampieren en ze vindt het geweldig wanneer haar partner haar in bed bijt. Ze houdt daarom verkleedpartijtjes en ze heeft zelfs een set vampierentanden die ze regelmatig gebruikt in de slaapkamer." – in: Het Parool (2011)