The word of 10 August 2011 was:
haperen
ha·pe·ren (haperde, gehaperd) (werkwoord)
= to get stuck, to falter, to stutter
"In het openbaar en in een galmende kerk voorlezen uit de bijbel was voor niemand immers dagelijks kost. Maar iedereen had zo zijn eigen trucjes bedacht om zich zonder haperen door de tekst heen te slaan." – in: De Stentor (2006)
"Op de tweede vliegdag nam hij een passagier mee, de [luitenant-kolonel] Van Kappen. Ook deze vlucht was van korte duur, nu omdat de motor haperde." – Wim Schoenmaker & Thijs Postma, in: Aviateurs van het eerste uur (1984)