The word of 1 August 2011 was:
inschikkelijk
in·schik·ke·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= obliging, compliant, accommodating
inschikken = to sit/stand closer together
"Leo zelf had niemand nodig. En mensen die zich inschikkelijk en afhankelijk opstelden, beschouwde hij in feite als minderwaardig. In zijn opvatting was een man pas een echte man als hij anderen kon regeren." – Jeffrey Wijnberg, in: De Telegraaf (2000)
"Ik ben verontrust over wat er gebeurt in Rusland, in Oost-Europa en hier in het Westen. Naar mijn idee zijn we op al deze drie fronten te inschikkelijk." – Edward Lucas, in: Elsevier (2008)