The word of 28 July 2011 was:
stuk
stuk (bijvoeglijk naamwoord)
= broken
The word 'stuk' is also a Dutch noun, which means 'piece', among other things.
"We hebben één set zeilen. Als die stuk gaat, hebben we een probleem." – Marcelien de Koning (citaat), in: BN DeStem (2010)
"Je wasmachine is stuk, je hebt snel een nieuwe nodig, maar je hebt pas over twee weken geld... dan is achteraf betalen een uitkomst." – in: Dagblad van het Noorden (2011)