The word of 19 July 2011 was:
stortregen
(de) stort·re·gen (zelfstandig naamwoord)
= heavy rain shower(s)
storten = to dump, to pour, to deposit
regen = rain
"Met de overvloedige stortregen die Curaçao in de nacht van maandag op dinsdag heeft getroffen, is in enkele uren op veel plaatsen bijna de de helft van de normale jaarlijkse hoeveelheid regen neergedaald." – in: De Telegraaf (2010)
"Door de zware stortregens is een aantal rivieren ver buiten zijn oevers getreden." – in: Dagblad van het Noorden (2010)