The word of 4 July 2011 was:
gootsteen
(de) goot·steen (zelfstandig naamwoord)
= (kitchen) sink
goot = gutter, drain
steen = stone, stone object
"Er was wel een gootsteen, maar geen afvoer. Dus moest je op tijd de emmer onder de gootsteen legen, anders had je een overstroming." – Marja Wander (citaat), in: De Telegraaf (2008)
"Je koopt [de schelpdieren] in een netje bij de betere visboer. Leg ze eerst een tijdje in een gootsteen vol koud water met zout, dan kunnen ze eventueel zand kwijtraken." – Karin Luiten, in: Trouw (2010)