The word of 15 December 2009 was:
flapdrol
(de) flap·drol (zelfstandig naamwoord)
= useless person, idiot
flappen = to flap
drol = turd
"In televisiecampagnes worden de Amerikaanse presidentskandidaten door hun tegenstander weggezet als flapdrol, draaitol of onbetrouwbare leugenaar." – Jan Tromp, in: de Volkskrant (2004)
"[T]ijdens het vragenuurtje in de Kamer werd minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking onderbroken door een lid van de SP. Volgens Jan Marijnissen, voormalig fractievoorzitter van de SP, gedroeg Koenders zich hooghartig door die vraag te negeren. Marijnissen werd hierop zo kwaad dat hij Koenders tot driemaal toe uitmaakte voor flapdrol." – Ewoud Sanders, in: NRC Handelsblad (2009)