The word of 30 November 2025 was:
zinsnede
(de) zin·sne·de (zelfstandig naamwoord)
= phrase
zin = sentence
snede = slice, cut
"Ik denk dat achter die zinsnede in de advertentie niet te veel gezocht moet worden." – Christiaan Groenewoud (citaat), in: NRC Handelsblad (2023)
"De zinsnede komt uit de eerste helft van een couplet uit een Chinees gedicht." – Arnoud Hekkens, in: Trouw (1994)
