The word of 17 October 2025 was:
teder
te·der (bijvoeglijk naamwoord)
= tender, delicate, affectionate
"Het was een kleine, slechts één uur durende, maar mooie en tedere film." – Hans Vervoort, in: Encyclopedie van op het nippertje geredde kennis (en andere stukjes om te lezen) (2014/2018)
"Een speelse orka benadert een boot in het algemeen heel teder en zacht." – Astrid van Ginneken (citaat), in: NRC Handelsblad (2020)