The word of 21 May 2011 was:
afknapper
(de) af·knap·per (zelfstandig naamwoord)
= disappointment, turn off, letdown
afknappen = to snap off, to have a breakdown
"'Het lukte ons niet het niveau van de vorige wedstrijd te halen', zo zei speler Wouter Jolie tegenover de NOS. 'Dit is echt een afknapper. Hier hadden we meer van verwacht.'" – in: Nu.nl (2010)
"Ik vind het een verschrikkelijke afknapper als vrouwen zich aanbieden op straat, in een café, of na de voorstelling. Het zijn ook nooit de interessantste vrouwen die dat doen." – Theo Maassen (citaat), in: Trouw (2006)