The word of 26 June 2025 was:
druisen
drui·sen (druiste, gedruist) (werkwoord)
= to make a continous dull sound
= to go tempestously
"Ik hoor de zee druisen." – Hans Faverey, in: Verzamelde gedichten (1977/2000/2005)
"Het komt er alleen op aan te blijven druisen." – Willem Frederik Hermans (citaat), in: Succesvolle mislukkingsmachines (1995/2005)