The word of 19 June 2025 was:
vluchteling
(de) vluch·te·ling (zelfstandig naamwoord)
= refugee
"Hij was een vluchteling uit Irak en op de Perzische tapijten in zijn huis lagen een aantal levensgrote pluche panters en tijgers." – Marieke Zwart (citaat), in: Hard//hoofd (2013)
"Het lijkt er steeds meer op dat veel Oekraïense vluchtelingen hier blijven." – Jaco Dagevos, Ben van Enk & Mieke Maliepaard, in: Sociale Vraagstukken (2024)