The word of 27 May 2025 was:
poepluier
(de) poep·lui·er (zelfstandig naamwoord)
= poopy diaper
poep = poop, shit, feces
luier = diaper
"Hij heeft om de dag een poepluier en gedraagt zich niet anders dan normaal." – Fleur de Lorijn, in: Ouders.nl (2011)
"Tien jaar lang poepluiers verschonen en hard werken is een hele uitdaging. Maar ik heb het altijd leuk gevonden om energie in het gezin te steken; ik kreeg er namelijk ook energie voor terug." – Maurice Oostendorp (citaat), in: NOS.nl (2016)