The word of 6 April 2025 was:
bikken
bik·ken (bikte, gebikt) (werkwoord)
= to chip (hard surface)
= to chow, to grub (food)
"Wie deze stenen uit de azuurblauwe vededigingsmuur weet te bikken, verdient de zege." – Guus van Holland, in: NRC Handelsblad (2000)
"Wat scheelt eraan, heb je soms niets te bikken?" – Annie M.G. Schmidt, in: De spin Sebastiaan (1951/1966/2018)