The word of 26 January 2025 was:
donderen
don·de·ren (donderde, gedonderd) (werkwoord)
= to thunder
= to tumble
donder = thunder
"In Oost-Brabant kan het donderen en bliksemen terwijl het in West-Brabant mooi weer blijft." – Zed Fasel, in: BN/De Stem (2024)
"Terwijl Mahoni sliep, boog de boom haar stam dubbel en door het donkere bos donderde haar stem." – Jules Niemel, in: De bakru is gevlogen (1980/2023/2024)
"Soms zitten er scènes tussen waarbij iedereen van de stoel dondert van het lachen." – Bas Hoeflaak (citaat), in: Nieuwe Revu (2022)