The word of 12 January 2025 was:
oplepelen
op·le·pe·len (lepelde op, opgelepeld) (werkwoord)
= to spoon up, to dish up, to serve (food)
= to spout, to serve up (information)
op = up
lepel = spoon
"Uit ons onderzoek bleek dat mensen graag willen weten wat de bijwerkingen zijn bij mensen uit hun specifieke risicoprofiel. De huisarts moet die informatie kunnen oplepelen." – Niek Mouter (citaat), in: NRC Handelsblad (2020)
"Wat ook helpt om deze lange laatste dagen van het jaar door te komen, behalve zingen, is een onvervalst bordje comfortfood. Spaghetti carbonara is daar bij uitstek geschikt voor, maar ik maakte een variant op deze oerklassieker. Eentje die je op de bank onder een dekentje vanuit een kom kunt oplepelen." – Karin Luiten, in: Trouw (2024)