The word of 21 November 2024 was:
ansichtkaart
(de) an·sicht·kaart (zelfstandig naamwoord)
= picture postcard
ansichtkaart –> Ansichtskarte (German) = picture postcard
aanzicht (Dutch) = Ansicht (German) = view
kaart = card
"Vanonder een krant haalt hij een ansichtkaart tevoorschijn. Er staat een trein op de voorkant." – Lieke Tijink, in: Hard//hoofd (2021)
"Het nazi-regime verspreidde de afbeeldingen tot 1945 volop op ansichtkaarten en postzegels." – Joke de Wolf, in: De Groene Amsterdammer (2024)