The word of 1 November 2024 was:
ontbijten
ont·bij·ten (ontbeet, ontbeten) (werkwoord)
= to have breakfast
"We lopen een rondje van zo'n negen kilometer door de stad en ontbijten na afloop samen." – Friederike de Raat, in: NRC Handelsblad (2024)
"Wij gaan ervan uit dat uw kind thuis al ontbeten heeft." – in: Scholen op de kaart