The word of 9 August 2024 was:
begaanbaar
be·gaan·baar (bijvoeglijk naamwoord)
= accessible, passable
begaan = to tread upon, to enter
-baar = -able
"Er wordt nog steeds gezocht naar overlevenden, maar het getroffen gebied is moeilijk begaanbaar." – in: NOS.nl (2024)
"De taal zet vallen in een reusachtig labyrint van begaanbare dwaalwegen." – Graa Boomsma, in: De Groene Amsterdammer (2006)