The word of 9 June 2024 was:
onbezoldigd
on·be·zol·digd (bijvoeglijk naamwoord)
= unpaid
on- = un-
bezoldigd = paid
"Het gaat om een onbezoldigde functie voor één dag per week." – in: NRC Handelsblad (2003)
"Het bestuur van de stichting werkt onbezoldigd." – Rosa van Gool, in: De Groene Amsterdammer (2019)