The word of 31 May 2024 was:
onmiskenbaar
on·mis·ken·baar (bijvoeglijk naamwoord)
= undeniable, unmistakable, indisputable
on- = un-
miskennen = to misunderstand, to misjudge
-baar = -able
"Dit is een onmiskenbare fout, hoewel deze fout geen praktisch gevolg had." – in: NOS.nl (2023)
"We zijn onmiskenbaar chagrijnig." – Tom van der Meer, in: De Groene Amsterdammer (2011)