The word of 28 May 2024 was:

loper

(de) lo·per (zelfstandig naamwoord)
= walker, runner
= long strip of carpet (on stairs or at an entrance), runner rug
= master/skeleton key
= bishop (chess)

lopen = to walk, to run

"Om 09.15 uur gingen de lopers van de 10 kilometer van start." – in: NOS.nl (2023)

"Een groep vrouwen heeft zondag geprotesteerd op de rode loper van het filmfestival van Cannes." – in: RTL Boulevard (2022)

"Maar voor die tien minuten om waren, ging de bel. (...) We bleven zitten en keken elkaar verbaasd aan. (...) Ze moeten een loper gehad hebben. Ze stonden in de kamer voor we ons hadden kunnen verroeren." – Marga Minco, in: Het bittere kruid (1957/1986/2005)

"Hij verdedigt zijn paard en maakt zijn loper vrij." – Max Euwe & Albert Loon, in: Oom Jan leert zijn neefje schaken (1935/1968/2008)