The word of 29 March 2011 was:
uitfluiten
uit·flui·ten (floot uit, uitgefloten) (werkwoord)
= to hiss, to catcall
uit = out
fluiten = to whistle, to play a flute/recorder
fluit = whistle, flute
"Vóór zo'n optreden ben ik nerveus, ik wil niet dat ze me uitfluiten." – Joeri Boom & Katarina Rejger, in: De Groene Amsterdammer (1998)
"Het geluk lijkt zich te keren tegen Anna Koernikova. De Russische tennisster die miljoenen vergaarde als fotomodel, werd gisteren in haar geboortestad Moskou uitgefloten na een nederlaag in de Kremlin Cup tegen de 17-jarige Galina Fokina (...)" – in: De Telegraaf (2001)