The word of 19 March 2024 was:
afstotelijk
af·sto·te·lijk (bijvoeglijk naamwoord)
= repulsive
afstoten = to push away, to repel
"Ik weet niet of anderen van Januari houden. Voor mij is het de meest afstotelijke maand van het jaar." – Josepha Mendels, in: Alles even gezond bij jou (1953/2023)
"Pubers zijn nog niet af, en misschien vinden we ze daarom wel zo afstotelijk." – Maartje Smits, in: Hard//hoofd (2013)