The word of 15 February 2024 was:
prutser
(de) prut·ser (zelfstandig naamwoord)
= botcher, bungler
prutsen = to botch, to bungle
"Rembrandt was in zijn dagelijks leven ook vaak een prutser. Denk aan al de opdrachten die hij is misgelopen, zijn huwelijksleven dat niet altijd over rozen ging." – Jean Paul Van Bendegem, in: Trouw (2008)
"Al dat gepraat van kleine prutsers heeft geen ander doel dan om de aandacht af te leiden van de hoofdzaken." – Jan Greshoff, in: Den Gulden Winckel (1930/2009)