The word of 18 November 2023 was:
intocht
(de) in·tocht (zelfstandig naamwoord)
= entry, (festive) arrival
in = in
tocht = march, trip
"Sinds de intocht van Sinterklaas in november is er een piek van racistische incidenten." – Rasit Elibol & Coen van de Ven, in: De Groene Amsterdammer (2019)
"Dronken Russische soldaten hebben begin februari bij hun intocht in de puinstad Grozny een bloedbad aangericht onder de overlevenden van de maandenlange bombardementen." – Frank Westerman, in: NRC Handelsblad (2000)
"Morgen, een week geleden, was hij naar Amsterdam gegaan Met een ezeltje (Maarten) en vele palmtakken groene Voor zijn glorieuze intocht temidden van de goeden en de slechten" – Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes, in: Hollands Maandblad (1990/2013)