The word of 10 November 2023 was:
onomwonden
on·om·won·den (bijvoeglijk naamwoord)
= plain, outspoken, in no uncertain terms
on- = un-
omwonden = wound/wrapped around
"Arjen Lubach zegt het onomwonden: [minister-president] Rutte moet verantwoordelijkheid nemen voor de gezondheid van zijn bevolking." – in: HP/De Tijd (2020)
"Vertel het hem eens direct en onomwonden, zonder in nodeloze details te treden." – Luuk Hijne, in: Hard//hoofd (2017)