The word of 16 May 2023 was:
uitgeslapen
uit·ge·sla·pen (bijvoeglijk naamwoord)
= well-rested, wide awake
= clever, smart
uitslapen = to sleep late, to have one's sleep out
"Hij ziet er uitgeslapen en fit uit." – Jette Pellemans, in: NRC Handelsblad (2023)
"Een uitgeslapen, nuchtere boer in onderbroek bleek dit weekeinde een kwartet criminelen op alle fronten te snel af." – Marco Gruben, in: Algemeen Dagblad (2018)