The word of 27 November 2022 was:
snateren
sna·te·ren (snaterde, gesnaterd) (werkwoord)
= to honk, to cackle
"De eenden snateren in het water, de kinderen giechelen in hun bakfietsen." – Iduna Paalman, in: Hard//hoofd (2017)
"De Griekse democratie was een keiharde samenleving die misschien best plezierig was voor autochtone mannen die graag heel veel snaterden in de vergadering, maar die voor alle anderen toch weinig te bieden had." – Marjoleine de Vos, in: NRC Handelsblad (2004)