The word of 7 September 2022 was:
aan zet zijn
aan zet zijn (uitdrukking)
= to be one's turn, to be up to someone
aan = at, on
zet = move
zijn = to be
In the Dutch expression, the person is the grammatical subject, while in the English translation, the impersonal 'it' is the grammatical subject.
"Wij zijn aan zet om met een plan te komen om deze fraude op te lossen." – in: NOS.nl (2017)
"Het was het moment dat we eindelijk aan zet waren om onze idealen te verwezenlijken." – Femke Roosma (citaat), in: NRC Handelsblad (2021)
"Wie aan zet zijnde niet meer kan spelen, heeft verloren." – Ricky W. Stutgard, in: De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990/2011)