The word of 19 August 2022 was:
afstuderen
af·stu·de·ren (studeerde af, afgestudeerd) (werkwoord)
= to graduate, to finish one's studies/training
af = finished, completed
studeren = to study
"Onze zoon van 24 is bijna afgestudeerd als bioloog." – in: De Stentor (2020)
"Studenten moesten voortaan binnen tien jaar afstuderen, anders moeten ze hun studiefinanciering terugbetalen." – Barbara Rijlaarsdam, in: NRC Handelsblad (2008)