The word of 9 August 2022 was:
druppelen
drup·pe·len (druppelde, gedruppeld) (werkwoord)
= to drip, to trickle
"Het zweet druppelde langs mijn rug." – Sylvain Ephimenco, in: Trouw (2010)
"Hij gaat in zijn bank zitten en kijkt verslagen naar de man voor hem. Langzaam druppelen de andere kinderen de klas binnen, de meester kijkt de gang op en sluit de deur." – Bob den Uyl, in: Quatro primi (1980/2018)