The word of 26 July 2022 was:
gisten
gis·ten (gistte, gegist) (werkwoord)
= to ferment, to yeast
gist = yeast
"Ze zijn gek op overrijp fruit en als dat begint te gisten, worden ze er nog vrolijker gestemd van." – Koos Dijksterhuis, in: Trouw (2020)
"Zijn gedichten kwamen van heel diep, uit een ziel waarin het kolkte en gistte." – Rob Hartmans, in: De Groene Amsterdammer (2006)