The word of 23 April 2022 was:
boomschors
(de) boom·schors (zelfstandig naamwoord)
= tree bark
boom = tree
schors = bark
Read more about bark on Wikipedia: link
"Mijn volk moet zich weer kleden in boomschors en dierenvellen. We hebben hulp van westerse organisaties nodig maar die komen niet." – Etienne Zelesi (citaat), in: Trouw (2001)
"[Een bever] eet het liefst bladeren en bittere stukken boomschors." – Jacob van Maerlant, in: Het boek der natuur (13e eeuw/1989/1995/2009)