The word of 22 March 2022 was:
treurwilg
(de) treur·wilg (zelfstandig naamwoord)
= weeping willow
treuren = to (be) sorrow(ful), to grieve
wilg = willow
"Het ging al lang niet goed met de treurwilg. Hoe fraai hij ook elk voorjaar opnieuw geel bloeide. Er groeiden zwammen tegen aan. Van binnen was hij rot en hol." – Edine Wijnands, in: BN/De Stem (2021)
"Zij zien het licht niet, hoe dat op de treurwilgen valt en in het westen ondergaat; zij realiseren zich niet hoe het water stroomt, en hoe het stroomde duizend jaren geleden, en dat het over duizenden jaren nog stromen zal." – G.P.M. Knuvelder, in: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde (1976/2003/2009)