The word of 27 February 2022 was:
hobbelen
hob·be·len (hobbelde, gehobbeld) (werkwoord)
= to bump, to bounce up and down
= to be bumpy
"Op drie wielen hobbelde [Lewis] Hamilton over de finish, net voor de aanstormende [Max] Verstappen." – in: NOS.nl (2020)
"Na tien uur hobbelen door de Surinaamse jungle beginnen onze mobieltjes opeens te piepen – eindelijk een zendmast in de buurt." – Pieter van Maele, in: Trouw (2014)