The word of 21 January 2022 was:
verblijven
ver·blij·ven (verbleef, verbleven) (werkwoord)
= to stay, to live
ver- = for-
blijven = to stay, to remain
"Zij verbleven in hotels aan de kust." – in: NOS.nl (2021)
"Van Gogh verblijft een jaar in de kliniek." – René Zwaap, in: De Groene Amsterdammer (2003)