The word of 16 January 2022 was:
uitwijken
uit·wij·ken (week uit, uitgeweken) (werkwoord)
= to get out of the way, to make/give way
= to emigrate, to go into exile
= to divert, to diverge, to bulge
uit = out (of)
wijken = to give in, to yield, to disappear, to recede
"We weten dat inmiddels zeker vier vluchten zijn uitgeweken naar andere luchthavens." – in: NOS.nl (2017)
"De automobilist moest uitwijken voor een andere weggebruiker, waarna hij met zijn voertuig een lantaarnpaal ramde." – in: Dagblad van het Noorden (2021)
"De 47-jarige [Michail] Saakasjvili, die na zijn vertrek uit de Georgische politiek uitweek naar New York, wordt in Georgië gezocht in maar liefst vier rechtszaken wegens machtsmisbruik." – Eva Cukier, in: De Groene Amsterdammer (2015)