The word of 5 January 2011 was:
dubbeltje
(het) dub·bel·tje (zelfstandig naamwoord)
= coin of ten cents, ten cents
dubbel = double
-tje = little (diminutive form)
The word 'dubbeltje' originates from a double 'stuiver', which is the name of a five cents coin.
"De benzineprijs is nog maar een dubbeltje verwijderd van de recordprijs uit 2008." – in: De Telegraaf (2010)
"Iedereen verzamelt, verzamelt en bewaart Iedereen, ik ben thuis de enige die spaart M'n eerste miljoen Dubbeltjes en kwartjes en af en toe een bankbiljet M'n eerste miljoen Ik weet nog niet precies wat ik er later mee ga doen" – Herman Grimme & Peter Groot Kormelink, in: Kinderen voor Kinderen 12 (1991)