The word of 7 December 2021 was:
gehorig
ge·ho·rig (bijvoeglijk naamwoord)
= noisy, thin-walled
gehoor = hearing, sound, noise
"Normaal horen we alles, want dit zijn best gehorige huizen, maar vannacht hebben we er doorheen geslapen." – in: NOS.nl (2021)
"Een aantal woningen in de zogeheten goedkope wijken zijn vochtig en gehorig; renovatie is dan zo kostbaar dat sloop een beter alternatief is." – Tessel Pollann, in: Trouw (1998)