The word of 29 November 2021 was:
snoepen
snoe·pen (snoepte, gesnoept) (werkwoord)
= to eat candy or other unhealthy food
= to nibble, to eat secretly
snoep = candy
"Dat er nu meer gesnoept wordt, is best opvallend." – Jeroen Schutijser, in: NOS.nl (2021)
"Na het avondeten begin ik te snoepen en kan niet stoppen. Wat kan ik doen?" – Marjanne Prins, in: De Telegraaf (2021)