The word of 31 October 2021 was:
uitspatting
(de) uit·spat·ting (zelfstandig naamwoord)
= splurge, excess, extravagance
uit = out
spatten = to splash, to splatter
"Zij behoren tot de meest fervente aanhangers van Trump en accepteerden tot nog toe vrijwel elk beleid en elke uitspatting van de president, in ruil voor grote invloed op zijn beleid." – Carola Houtekamer, in: NRC Handelsblad (2018)
"Dennis Hoppers uitspattingen met drugs, alcohol en vrouwen zijn breed uitgemeten in de media." – Kees 't Hart, in: De Groene Amsterdammer (2001)